Niet minder woningbouw bij toestaan permanente bewoning recreatiewoningen
Al jaren is permanente bewoning van recreatiewoningen een discussiepunt. Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland hebben nu criteria opgesteld aan de hand waarvan zal worden bepaald wanneer permanente bewoning wordt toegestaan. “Tussen de oogharen lijkt het een goed voorstel, maar één criterium zal voor veel gemeenten en woningzoekenden een doorn in het oog zijn”, geeft Gerard van de Breevaart (CU&SGP) aan.
Dat de omzetting van recreatieve naar permanente bewoning van recreatiewoningen gevolgen heeft, zal niemand verbazen. Dat geldt uiteraard zowel in positieve als in negatieve zin. Bezitters van een recreatiewoning kunnen na de wijziging gedurende het hele jaar in hun woning verblijven. Soms is daar al jaren op gewacht en gehoopt.
SGP-Statenlid Van de Breevaart: “Het criterium waar onze fractie erg veel moeite mee heeft, is dat de omzetting naar permanente bewoning direct gevolgen heeft voor het aantal woningen dat in een gemeente mag worden gebouwd. Stel dat een recreatiepark van 50 recreatiewoningen wordt omgezet naar permanente bewoning, dan mogen er in de desbetreffende gemeente 50 woningen minder gebouwd worden in de toekomst. Terwijl feitelijk de woningnood niet of nauwelijks minder wordt door de omzetting. Het gaat immers om recreatiewoningen waarvan het overgrote deel al jarenlang permanent wordt bewoond. Dit criterium zorgt er dan ook voor dat de jeugd, spoedzoekers, doorstromers, kwetsbare groepen, enzovoorts, toekomstige woningen aan hun neus voorbij zien gaan. En dat in een tijd waarin de krapte op de woningmarkt enorm voelbaar is.” Er was voor de fracties van CU&SGP en VVD veel aan gelegen om het desbetreffende criterium gewijzigd te krijgen. Na veel voorbereidend werk van zowel Gerard als Laurine Bonnewits (VVD) is dit gelukt. Oftewel: niet minder woningbouw in een gemeente waar de bestemming van een park wordt omgezet van recreatieve naar permanente bewoning. “We zijn blij dat gedeputeerde Koning toch de stap heeft durven zetten, zeker gezien de sterk uiteenlopende standpunten in de coalitie”, sluit Gerard af.