Vitale landbouw in balans met de natuur vraagt inzet van de hele keten
Landbouw stond op 1 juni jongstleden op de agenda van de Statencommissie Klimaat, Natuur en Milieu, nog voordat het Rijk de stikstofaanpak bekend maakte.
Dit was onze bijdrage:
Voorzitter, de ChristenUnie en SGP fractie vindt het belangrijk dat onze landbouw vitaal blijft en dat we de natuur versterken. Gezien internationale ontwikkelingen is het belangrijk dat we voedsel blijven produceren in Nederland en een toekomstbestendige landbouwsector hebben met korte ketens. Ook is het belangrijk om de biodiversiteit te stimuleren en te werken aan schone bodem en schoon water, want afgelopen decennia is veel biodiversiteit verloren gegaan. Vorig jaar hebben wij gevraagd of het college van Gedeputeerde Staten wil lobbyen bij het College voor de toelating van gewasbeschermingsmiddelen en biociden om groene gewasbeschermingsmiddelen sneller toe te laten tot de markt, graag horen we hoe het staat met deze inspanningen.
Voorzitter, de sector spant zich in voor verduurzaming. Dank voor het overzicht van programma’s, projecten en netwerken waarmee de provincie de verduurzaming van de landbouw steunt. Als het college ons vraagt om accenten te leggen: ga wat ons betreft dan vooral door met die initiatieven, proeftuinen en innovaties waar boeren brood in zien. Overleg dit met de boeren. Want zij zijn degenen die hun bedrijf in balans moeten zien te brengen met de vereisten rond natuur.
Het doel van de provinciale landbouw-ambitie is uiteindelijk niet het afvinken van de natuurdoel- en stikstoflijstjes, maar een systeemverandering, een vitale landbouwsector die voor de lange termijn in evenwicht is met biodiverse natuur. Om uiteindelijk uit te komen bij dat doel, lijkt het ons nodig om zo langzamerhand ook te kijken naar de andere schakels in de keten.
Vanuit het Rijk en de provincie is er volop aandacht voor verduurzaming aan de kant van de producenten. Boeren worden aangesproken op verduurzaming, maar vragen we als overheden ook om inzet van de rest van de keten? Kijken we naar de rol van banken, supermarkten en consumenten, op welke manier willen en kunnen zij bijdragen? Hoe kunnen boeren verdienen aan natuur inclusieve of korte keten-kringlooplandbouw, wat is een eerlijke prijs en hoe blijft voedsel voor iedereen betaalbaar? Landelijk wordt gewerkt aan een ecoregeling (puntensysteem en geld voor boeren die biodiversiteit, bodem en waterkwaliteit proberen te verbeteren) en de provincie is samen met betrokkenen bezig met het formuleren van kritieke prestatie-indicatoren en groen-blauwe verdienmodellen, maar is het college ook bereid om intensiever aan de slag te gaan met de rest van de keten?
Als het goed is, vindt u het Rijk aan uw zijde, want in het landelijk coalitieakkoord staat over de transitie naar kringlooplandbouw: “Daarbij verwachten we een niet-vrijblijvende bijdrage van banken, toeleveranciers, de verwerkende industrie en de ‘retail’. Dat niet-vrijblijvend bijdragen van de ketenpartners aan de transitie zien wij nog te weinig gebeuren. Welke rol ziet het college hierin voor zichzelf weggelegd?
Einde bijdrage.
Uit de beantwoording van onze vragen bleek dat het college het met ons eens is dat een gezonde bedrijfsvoering die in balans moet zijn met biodiverse natuur niet alleen een inspanning van boeren vraagt, maar van de hele keten en ook van andere sectoren. Om boeren goed te laten verdienen aan een extensievere, meer natuur inclusieve vorm van landbouw zal het college met ketenpartners aan de ronde tafel verkennen wat hun bijdrage kan zijn. Het college kan de partijen bij elkaar brengen.
Djoeki van Woerden – Kerssen, Statenlid ChristenUnie