Jeugdzorg thuis op de bank
Wanneer u de berichtgeving over de jeugdzorg de laatste tijd gevolgd hebt, en dat doet u natuurlijk – een eigen minister nietwaar –, heeft u gezien dat ondanks enorme inzet van geld en menskracht het aanbod in de jeugdzorg de vraag maar niet kan bijhouden.
Eigenlijk is dat een successtory, al voelt het niet zo. Hoe meer aandacht voor jeugdzorg, hoe meer ouders en jongeren bereid zijn hun problemen te erkennen en hulp te zoeken.
En dat laatste is precies onze bedoeling. De oplossing die we deze ouders en jongeren bieden, gaat onze krachten echter verre te boven. En het is daarbij de vraag, of die oplossing wel zo goed is.
Inmiddels zijn we er achter dat het plaatsen van een kind in een instelling, zoals nu veel gebeurt, in de meeste gevallen onnodig of zelfs schadelijk is. Ga maar na: kind vertrekt uit de eigen omgeving, heeft in de instelling geen bekenden en mist een gezinssituatie. In plaats daarvan komt het terecht in een opvanghuis met wisselende leiders die een (groot) deel van hun werktijd nodig hebben voor overleg en “teamproces”. (Dit is niet mijn eigen opvatting, maar een conclusie van een wetenschappelijk onderzoek. Deze conclusie wordt ook erkend door de beroepsgroep).
De jeugdzorg moet worden zoals in de wet staat: zo eenvoudig mogelijk en zo dicht mogelijk bij de ‘thuisplek’ van het kind. Opvoedingsondersteuning vanuit de Centra voor Jeugd en Gezin is daarbij de eerste peiler. Ik ben benieuwd hoe “onze” minister de mammoettanker die de jeugdzorg is, van koers laat veranderen. Voor wie er met de neus op zit zoals ik, wordt het spectaculair!
Willy de Zoete