GS antwoordt op vragen over muizenplaag
Ook in Zuid-Holland werd overlast van muizen gemeld. Bij het meldpunt van LTO Noord kwamen de afgelopen weken tientallen meldingen binnen. Dat schreven Gedeputeerde Staten (GS) in hun antwoord op de schriftelijke vragen die in februari door de fractie waren ingediend.
LTO Noord hanteert drie categorieën om de ernst van de schade aan te geven: milde schade, flinke schade en enorme schade. De ernst van de schade wordt vastgesteld aan de hand van de geschatte opbrengstderving. Bij milde schade is de opbrengstderving < 25 procent, bij flinke schade tussen de 25 en 75 procent en bij enorme schade hoger dan 75 procent.
Het aantal meldingen liep in drie weken tijd gestaag op. Per 23 februari, 2 maart en 9 maart was het aantal meldingen resp. 12, 25 en 28. Ook het gebied waarin schade werd gemeld liep op: van 453 naar 1100 naar 1200 hectare, gemeten op de genoemde data.
GS schreven bereid te zijn tot overleg met alle betrokken partijen en wacht de uitkomsten van het overleg tussen LTO Noord en de Rijksoverheid over financiële tegemoetkoming af.
In de bijlage zijn de antwoorden van GS te lezen.
PS. De beantwoording van GS werd reeds op 19 maart 2015 ontvangen maar bleef enige tijd liggen om te publiceren.